Automatisch gedrag, gewoontes, worden getriggerd door cues uit de context. Als de context veranderd, vervalt de gewoonte ook.
Bijvoorbeeld: iemand die rookt, krijgt door het zien van een sigaretten automaat zin om te roken. Of wanneer hij zijn favoriete kroeg instapt zin om te roken. Omdat hij eigenlijk altijd bij het drinken van zijn biertje een sigaretje rookt. De context (de kroeg) triggered bij hem het verlangen om te gaan roken.
Het creëren van de juiste context om een gewoonte aan te leren of af te leren is daarom heel belangrijk. Wanneer je een handeling maar herhaald in dezelfde context, wordt het vanzelf een automatisme: een gewoonte.
Een belangrijk principe bij het maken/afleren van gewoontes is het weghalen of toevoegen van frictie in de context.
Een dagboek, notitieboek en personal wikki