Als je ergens aan denkt, dan blijft het in de voorgrond van je bewustzijn hangen. Als je ergens NIET aan wilt denken, blijft het ook in de voorgrond van je bewustzijn hangen. Want je denkt er aan, om er niet aan te willen denken.

Bijvoorbeeld: probeer heel hard NIET aan een roze olifantje te denken. Dit is haast onmogelijk, want om jezelf de opdracht te kunnen geven, komt het concept van de roze olifant je hoofd al binnen.

Dit is ook een van de redenen waarom het afleren van een gewoonte heel moeilijk kan zijn. Omdat je er zo mee bezig bent om iets niet te doen, blijft het in je hoofd hangen. Wanneer je cognitieve controle verslapt omdat het aan het eind van de dag op is, verval je toch in de oude gewoonte.

Bron: Wood, W. (2019). Gelukkig met gewoontes: een leuker leven door de fascinerende wetenschap achter goede gewoontes en vaste routines. HarperCollins: Amsterdam